
NL Leert door Subsidie per 1 december 2020 beschikbaar
26 november 2020
Heeft u de beschikking Werkhervattingskas 2021 al ontvangen?
1 december 2020
NL Leert door Subsidie per 1 december 2020 beschikbaar
26 november 2020
Heeft u de beschikking Werkhervattingskas 2021 al ontvangen?
1 december 2020[vc_row css_animation=”” row_type=”row” use_row_as_full_screen_section=”no” type=”grid” angled_section=”no” text_align=”left” background_image_as_pattern=”without_pattern” css=”.vc_custom_1583997662414{padding-top: 30px !important;padding-bottom: 30px !important;}” z_index=””][vc_column][vc_row_inner row_type=”row” type=”full_width” text_align=”left” css_animation=”” css=”.vc_custom_1584107948977{padding-top: 10px !important;}” el_class=”two_video_section”][vc_column_inner width=”3/4″][vc_column_text]
Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? In deze top 10 eindejaarstips van 2020 houden we zo veel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het kabinet voor volgend jaar.
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 1 Overweeg de oprichting van een spaarfonds
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Heeft u op dit moment veel spaargeld in box 3, overweeg dan de oprichting van een open fonds voor gemene rekening om daar vóór 31 december 2020 uw spaargeld in te storten. Zo mist u de peildatum van 1 januari 2021 in box 3. Het fonds betaalt over de daadwerkelijk ontvangen spaarrente tot een bedrag van € 245.000 in 2021 15% vennootschapsbelasting en over het meerdere 25% vennootschapsbelasting. Als de ontvangen spaarrente na belasting wordt uitgekeerd naar privé, betaalt u hierover in 2021 26,9% belasting in box 2 van de inkomstenbelasting. Gecombineerd is dat zo’n 38% van de daadwerkelijk ontvangen spaarrente tot € 245.000. Dat is vele malen minder dan de 0,59% tot 1,76% belasting die u in 2021 over uw spaarsaldi betaalt in box 3, alhoewel u er wel rekening mee moet houden dat de vrijstelling in box 3 in 2021 verhoogd wordt naar € 50.000 per persoon. Toch bedraagt het verschil in belastingheffing tussen spaargeld in box 3 en spaargeld in een bv/fonds al gauw duizenden euro’s.[/vc_column_text][vc_column_text el_class=”boxedTip”]Tip!
Een open fonds voor gemene rekening zorgt er ook voor dat het spaargeld niet meer meetelt voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 2 Vraag voorlopige verliesverrekening aan
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Heeft u in 2019 winst behaald, maar sluit u 2020 vermoedelijk af met een verlies? Dan kunt u de Belastingdienst na het indienen van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2020 verzoeken om een voorlopige verliesverrekening. De Belastingdienst zal dan alvast 80% van het vermoedelijke verlies verrekenen met de winst van 2019.[/vc_column_text][vc_column_text el_class=”boxedTip LetOp”]Let op!
Een voorlopige verliesverrekening levert u een liquiditeitsvoordeel op, want u kunt sneller beschikken over een deel van het nog terug te verwachten belastinggeld. De voorlopige verliesverrekening wordt naderhand verrekend met de definitieve verliesverrekening.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip LetOp”]Let op!
Heeft u in 2020 vanwege de coronacrisis verlies geleden, dan kunt u dit sneller verrekenen. U mag namelijk – onder voorwaarden – het verwachte verlies over 2020, voor zover dat verband houdt met de coronacrisis, al in 2019 aftrekken. U doet dat door een zogenoemde coronareserve te vormen. Deze reserve mag niet hoger zijn dan uw winst over 2019. Na het vormen van de reserve kunt u vragen om een nadere (lagere) voorlopige aanslag over 2019. De fiscale coronareserve valt in 2020 weer verplicht vrij en valt dan volledig in de winst.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 3 Maak gebruik van de nieuwe KOR
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]De kleine ondernemersregeling (KOR) in de omzetbelasting is per 2020 gewijzigd. De nieuwe KOR is een vrijstellingsregeling. Ondernemers met een lagere jaaromzet dan € 20.000 kunnen hiervoor kiezen. De regeling is niet verplicht. De keuze voor de nieuwe KOR houdt in dat u geen btw in rekening hoeft te brengen en automatisch bent ontheven van allerlei btw-verplichtingen.[/vc_column_text][vc_column_text el_class=”boxedTip LetOp”]Let op!
U verliest ook uw recht op btw-aftrek. De nieuwe KOR geldt nu ook voor rechtspersonen, zoals bv’s, stichtingen en verenigingen. Ondernemers die hebben gekozen voor de nieuwe KOR en die vervolgens in de loop van enig jaar de omzetgrens van € 20.000 overschrijden, worden vanaf dat moment weer btw-plichtig.[/vc_column_text][vc_column_text]Met name voor ondernemers die te maken hebben met afnemers/klanten die de btw niet kunnen terugvragen, kan de KOR uitkomst bieden.
Ondernemers die de nieuwe KOR willen toepassen, dienen dit tijdig te melden bij de inspecteur. Een eenmaal gemaakte keuze voor de KOR geldt in beginsel voor drie jaar.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 4 Verlenging uitstel van betaling
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Bent u met uw bedrijf in betalingsproblemen gekomen door de coronacrisis, dan kunt u nog tot en met 31 december 2020 bijzonder uitstel van betaling aanvragen of een eerdere aanvraag voor bijzonder uitstel van betaling van uw belastingen verlengen. De regeling voor dit bijzonder uitstel van betaling eindigt uiterlijk 31 december 2020. Wanneer uw bijzonder uitstel afloopt, moet u bij de eerstvolgende aangifte uw belasting weer op tijd betalen. Vanaf 1 juli 2021 begint de afbetaling van de openstaande belastingbedragen waarvoor u uitstel van betaling hebt gekregen. U krijgt hiervoor drie jaar lang de tijd.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 5 Vraag btw op oninbare vordering terug
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Als uw afnemers/debiteuren u niet betalen, kunt u de al in rekening gebrachte en afgedragen btw onder voorwaarden terugkrijgen. Het moet dan duidelijk zijn dat uw afnemer niet zal betalen, zoals bij een faillissement. Bij fictie is een niet betaalde vordering sowieso één jaar na de opeisbaarheid daarvan oninbaar. U doet er dan verstandig aan de btw in dat tijdvak via de btw-aangifte terug te vragen. Een later ingediend verzoek om teruggaaf biedt minder zekerheid op succes. Soms is ook al eerder duidelijk dat u niet meer op betaling hoeft te rekenen.[/vc_column_text][vc_column_text el_class=”boxedTip”]Tip!
Als een vordering één jaar na opeisbaarheid nog niet is betaald, kunt u de btw in ieder geval terugvragen.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip LetOp”]Let op!
De btw op de vordering kan in de reguliere aangifte worden teruggevraagd in het tijdvak waarin de vordering oninbaar is gebleken.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 6 Welke beloning voor meewerkende partner?
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Is uw partner niet bij u in loondienst, maar werkt hij of zij wel mee in het bedrijf, dan kunt u hiermee fiscaal rekening houden. U kunt kiezen voor de meewerkaftrek, een percentage van de winst dat afhankelijk is van het aantal meegewerkte uren. U kunt echter ook kiezen voor de arbeidsbeloning. Dit moet een reëel uurloon zijn voor de verrichte werkzaamheden en dient in een jaar minimaal € 5.000 te bedragen.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip LetOp”]Let op!
De meewerkaftrek heeft geen gevolgen voor het inkomen van uw partner. De arbeidsbeloning wel, want uw partner wordt hier zelf voor belast en betaalt hier ook premies Zvw over. Bereken wat voor u de voordeligste optie is en pas deze toe. U mag jaarlijks voor een andere beloningsvorm kiezen als u dat wilt. Zorg wel dat u een eventuele meewerkaftrek schriftelijk vastlegt en ook daadwerkelijk betaalt. Voor de meewerkaftrek is dat niet nodig.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 7 Beoordeel de hoogte van de winst van uw bv
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]De tarieven van de vennootschapsbelasting gaan de komende twee jaren verder dalen en zien er als volgt uit:
Jaar | Tarief eerste schijf | Lengte eerste schijf | Tarief tweede schijf |
2020 | 16,5% | € 200.000 | 25% |
2021 | 15% | € 245.000 | 25% |
2022 | 15% | € 395.000 | 25% |
Aan het eind van het jaar krijgt u meer duidelijkheid over de winstpositie. Beoordeel of de winst van uw bv(’s) (of de fiscale eenheid Vpb waarin deze gevoegd is/zijn) in lijn ligt met de verwachtingen. Wellicht overschrijdt u net de belastingschijf in de vennootschapsbelasting van € 200.000. Hierboven bedraagt de belasting 25% in plaats van 16,5%. Het kan dan aantrekkelijk zijn om de winst te verlagen door bijvoorbeeld een geplande investering naar voren te halen of een herinvesteringsreserve te vormen. Houd hierbij wel rekening met de invloed die dit heeft op de hoogte van de totale kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Of wellicht zijn er mogelijkheden voor het vormen van voorzieningen.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip”]Tip!
Wijkt de winst af, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag Vpb aan. Hiermee voorkomt u de betaling van belastingrente, die vanwege de coronacrisis verlaagd is naar 4%, terwijl u bij een teruggave voorkomt dat dit bedrag renteloos uitstaat bij de Belastingdienst.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 8 Lager gebruikelijk loon dga vanwege coronacrisis
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Bent u dga van een bv waarvoor door de coronacrisis grote gevolgen ontstaan voor de omzet, dan mag u uw gebruikelijk loon als dga lager vaststellen. Dit kan zonder vooroverleg met de inspecteur.
U moet wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De rekening-courantschuld of het dividend mag niet toenemen als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
- Als u als dga in werkelijkheid een hoger loon heeft gehad dan volgt uit onderstaande berekening, dan geldt dat hogere loon.
- Als uw omzet in 2019 of 2020 is beïnvloed door bijzondere zaken, zoals een oprichting, staking, fusie, splitsing of bijzondere resultaten, past u onderstaande berekening toe zonder die beïnvloeding.
Hoe stelt u het lagere gebruikelijk loon vast? Dat doet u met de volgende berekening:
Gebruikelijk loon 2020 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet (exclusief btw) over de eerste vier kalendermaanden van 2020
C = de omzet (exclusief btw) over de eerste vier kalendermaanden van 2019
U mag ook aannemelijk maken dat het gebruikelijk loon lager moet zijn dan het loon volgens deze berekening. Bij twijfel of in bijzondere situaties kunt u contact opnemen met uw adviseur of belastingkantoor.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip LetOp”]Let op!
Al genoten loon kan niet met terugwerkende kracht worden verminderd. Heeft u dus de afgelopen maanden uw reguliere loon gekregen, kan dit niet worden teruggedraaid om gebruik te maken van bovenstaande mogelijkheid.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 9 Beperking lenen bij eigen bv
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Het excessief lenen bij de eigen bv voor dga’s wordt met ingang van 2023 aan banden gelegd. Het wetsvoorstel behelst leningen bij de eigen bv te belasten tegen het tarief in box 2. Dit zou dan alleen gelden voor zover het totaal van alle leningen meer dan € 500.000 bedraagt, waarbij leningen ten behoeve van de eigen woning zijn uitgezonderd.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip”]Tip!
U kunt belastingheffing voorkomen door dividend uit te keren in die gevallen waarin u meer dan € 500.000 bij uw bv heeft geleend. Doet u dit vóór 2021, dan betaalt u nog 26,25% belasting over dit dividend. In 2021 wordt dit tarief verhoogd naar 26,9%.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]
Tip 10 Investeren? Vraag de BIK aan!
[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text]Vanwege de coronacrisis is er een nieuwe, fiscale investeringssubsidie geïntroduceerd: de Baangerelateerde investeringskorting (BIK). De BIK geldt voor investeringen in de periode 1 oktober 2020 t/m 31 december 2022 voor nieuwe bedrijfsmiddelen. De BIK kan verrekend worden met de loonheffing en is dus alleen interessant voor bedrijven met personeel. Door deze systematiek is het voordeel van de regeling ook niet afhankelijk van de winst.
Via de BIK kan tot en met 31 december 2021 van een investering 3% van het investeringsbedrag tot € 5 miljoen worden verrekend met de loonheffing. Bij een hoger investeringsbedrag is van het meerdere 2,44% te verrekenen. De percentages voor het jaar 2022 staan nog niet vast. De BIK kan per jaar vier keer worden aangevraagd. Er geldt per aanvraag een ondergrens van € 20.000 en per bedrijfsmiddel een ondergrens van € 1.500.
De BIK kan worden verkregen naast de bestaande investeringsregelingen, de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, de milieu-investeringsaftrek en de energie-investeringsaftrek. De BIK geldt alleen voor investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen. De investeringen moeten uiterlijk tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 zijn betaald en ook binnen zes maanden na volledige betaling in gebruik worden genomen. Verder geldt er een aantal voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Bedrijven die investeren, kunnen de BIK aanvragen bij de RVO. Na ontvangst van een BIK-verklaring kan de BIK worden verrekend met de loonheffing.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][vc_column_text el_class=”boxedTip”]Tip!
Vaak worden investeringen gedaan door andere bv’s dan waar het personeel is dienst is. Dan kan een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting nodig zijn om gebruik te maken van de BIK. Daar komt bij dat investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen die bestemd zijn om hoofdzakelijk te worden verhuurd binnen het concern zijn uitgezonderd van de BIK. Een fiscale eenheid voor de Vpb kan dit voorkomen.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”15px”][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”1/4″][/vc_column_inner][/vc_row_inner][/vc_column][/vc_row]