Datum publicatie: 27 maart 2020
Er komt een tijdelijke voorziening voor tenminste 3 maanden voor inkomensondersteuning voor zelfstandig ondernemers met een levensvatbaar bedrijf die tijdelijk in de knel zitten, waaronder zzp’ers.
Deze is gebaseerd op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), maar op punten worden de voorwaarden tijdelijk versoepeld. Ondersteuning kan worden aangevraagd in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskapitaal. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten. Zzp’ers die een beroep willen doen op de regeling kunnen daarvoor terecht bij de gemeente waar zij staan ingeschreven. Vanwege de bijzondere situatie wordt de regeling op de volgende punten versoepeld:
Het kabinet neemt een aantal maatregelen om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is één van die maatregelen.
De Tozo regeling voor gevestigde ondernemers is gemaakt voor zelfstandig ondernemers die in de knel komen door de Corona-crisis. Voor hen heeft het kabinet financiële ondersteuning beschikbaar gesteld. Het kabinet doet een moreel appel op ondernemers om zich alleen in die situatie te melden. Zo voorkomen we onbedoeld gebruik van publieke middelen en onnodige druk op de uitvoering.
Meer specifiek gelden de volgende eisen:
De regeling werkt terug tot 1 maart. Wanneer u vanaf 1 maart 2020 in de financiële problemen bent gekomen, als gevolg van Corona-gerelateerde maatregelen, kunt u bij de gemeente waar u woont een aanvraag indienen.
U kunt terecht bij uw woongemeente. Mogelijk komt er informatie hierover op de website van uw gemeente. Mocht u nog enige ontvangsten hebben, dan vragen we u nog even te wachten. Als aanvragen gespreid binnenkomen ontlast dat de gemeente en worden de mensen met de hoogste nood als eerste geholpen. Er is geen ‘budgetlimiet’ of iets dergelijks. Bovendien kunt u met terugwerkende kracht worden gecompenseerd vanaf 1 maart.
Vooralsnog kunt u er vanuit gaan dat de regeling tot 1 juni 2020 blijft bestaan. Dus ook wanneer u pas in mei in de financiële problemen komt, kunt u op dat moment een aanvraag indienen.
De gemeente moet na kunnen gaan of u recht heeft op de tijdelijke regeling. Er zal bijvoorbeeld gevraagd kunnen worden naar uw inschrijving bij de KvK en naar uw ID-bewijs. Verder heeft de gemeente informatie nodig over de samenstelling van uw huishouden en kan u dus vragen of u een partner heeft en/of inwonende kinderen. Waarschijnlijk zal er ook informatie gevraagd worden over uw onderneming, bijv. in welke sector u werkt en of u personeelsleden heeft. Hiermee helpt u om zicht te krijgen op het gebruik van de regeling.
Gemeenten proberen dit zoveel mogelijk digitaal te regelen. Volg hiervoor de instructies van uw gemeente.
De aanvraag voor de tijdelijke overbruggingsregeling dient u in bij uw woongemeente.
Nee, u moet voldoen aan het urencriterium van 1225 uur per jaar. Mocht u nog geen jaar geleden gestart zijn met uw bedrijf dan dient u in de periode voor 1 maart 2020 gemiddeld minimaal 24 uur per week in/aan uw bedrijf gewerkt te hebben. Uren ten behoeve van administratie en acquisitie tellen hier ook onder.
Dat hangt af van de hoogte van uw inkomen uit loondienst; de regeling is een aanvulling op het inkomen tot aan het sociaal minimum (bijstandsniveau).
Streven is dat gemeenten zo veel mogelijk binnen 4 weken na ontvangst van uw aanvraag tot een besluit komen en tot uitkering overgaan. Door grote drukte lukt dat mogelijk niet altijd. Dan kunnen gemeenten tot bevoorschotting overgaan.
Ik ben als zzp’er gevestigd in Nederland, maar ik woon over de grens.
Voor de tijdelijke regeling moet de woonplaats in Nederland zijn. Ondernemers die in België of Duitsland wonen, komen dus niet in aanmerking.
Op dit moment werkt het kabinet keihard aan de uitwerking van de NOW en de nieuwe regeling voor zelfstandigen. Voor de NOW is het belangrijk dat de dienstverlening snel en goed is, maar dat werkgevers zich ook meteen goed aan de regels houden. Het kabinet kijkt met het UWV en andere betrokken partijen hoe het misbruik zo goed mogelijk kan tegengaan. Wat betreft de nieuwe regeling voor zelfstandigen is de Participatiewet de wettelijke basis. Wie een beroep doet op de regeling moet aan de gemeente alle inlichtingen geven die nodig zijn om het recht op en de hoogte van de uitkering te kunnen bepalen. Verstrekt de zelfstandige onvolledige of valse inlichtingen, dan moet de gemeente de uitkering terug vorderen en daar bovenop een boete opleggen.
De bijzondere omstandigheden vragen om grote spoed. Wat betreft het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) werken SZW en UWV nu keihard om zo snel mogelijk tot een werkbare regeling te komen. Die regeling is nodig om vervolgens zo snel mogelijk een speciaal loket te kunnen openen bij het UWV. Dat loket neemt alle al ingediende en nog in te dienen aanvragen in behandeling. Snelheid waarmee bedrijven geld kunnen krijgen is één van de allerbelangrijkste punten bij de uitwerking van de regeling. UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot van de tegemoetkoming (in elk geval 80% van het bedrag) verstrekken. Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest. Ook wat betreft de steun aan zelfstandigen is snelheid ongelooflijk belangrijk. SZW is nu samen met deskundigen van gemeenten, VNG en Divosa bezig om zo snel mogelijk een regeling uit te werken die gemeenten de mogelijkheid biedt om aanvragen snel af te handelen. Daarbij werken ze ook samen aan praktische zaken zoals standaardaanvraag-formulieren en ICT-voorzieningen. De regeling is nog niet van kracht. Gemeenten die zzp’ers alvast willen ondersteunen in afwachting van de nieuwe regeling, kunnen hun alvast een voorschot geven. Voor beide regelingen geldt dat snelheid is gediend bij eenvoud. Door de regelingen zo eenvoudig mogelijk te maken, wil het kabinet bureaucratie voorkomen. Tegelijk moeten de regelingen wel zorgvuldig zijn en misbruik worden tegengegaan. Het kabinet streeft naar een goede balans tussen aan de ene kant snelheid en eenvoud en aan de andere kant zorgvuldigheid en het tegengaan van misbruik.