Werkenden moeten meer mogelijkheden krijgen om eerder te stoppen met werken. Dat is in het pensioenakkoord afgesproken. Een werkgever die de werknemer daar voorheen financieel bij wilde helpen werd geconfronteerd met een boeteheffing van 52%, oftewel de RVU (Regeling Vervroegde Uittreding-heffing). Inmiddels is de RVU-versoepeling wettelijk vastgelegd. Graag leggen wij uit wat die versoepeling inhoudt.
Met behulp van een vertrekregeling kan de werkgever de werknemer financieel compenseren zodat hij in staat is om eerder te stoppen met werken. Deze bijdrage wordt dan niet meer belast met de RVU-heffing. Het doel is dat de werknemer wordt geholpen om de periode tot de ingang van het AOW-pensioen financieel te overbruggen.
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de versoepeling zijn:
Is de periode langer dan 3 jaar of de vergoeding meer dan € 63.612 (3 x € 21.204)? Dan wordt het meerdere alsnog belast met 52% RVU heffing. Op het moment dat een eenmalige uitkering op een periode ziet die langer is dan drie jaar is het gehele bedrag belast met de RVU-heffing.
Belangrijke aandachtspunten bij deze regeling zijn:
Als bovenstaande regeling voor vervroegde uittreding wordt gecombineerd met maatregelen voor duurzame inzetbaarheid van het personeel kan er mogelijk gebruik worden gemaakt van een subsidie (Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). Voor meer informatie omtrent deze subsidie, zie: https://www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/subsidies-en-regelingen/maatwerkregeling-duurzame-inzetbaarheid–eerder-uittreden-mdieu
Ben jij als werkgever samen met een werknemer van plan om van deze regeling gebruik te gaan maken, of wens je meer informatie over deze regeling of over de subsidie? Neem dan contact op met pensioenspecialist Roy Kouwenberg.