Spring naar content

Wetsvoorstel Tijdelijke regeling turboliquidatie

Vier maanden geleden hebben wij u geïnformeerd over het turboliquideren van ondernemingen. Daarin hebben wij gewezen op de procedure, de positie van schuldeisers en welke aandachtspunten vanuit de rechtspraak zijn ontwikkeld. Wij hebben het nieuwsartikel afgesloten met een vooruitblik met betrekking tot een wetswijziging.

De Eerste Kamer heeft afgelopen dinsdag, 14 maart, ingestemd met het Wetsvoorstel Tijdelijke regeling turboliquidatie (“het wetsvoorstel”). Dit gaf ons aanleiding tot het schrijven van een tweede artikel over de turboliquidatie. Dit keer in een nieuw jasje.

Turboliquidatie en de Wet

Kort samengevat betekent turboliquidatie het op eigen initiatief ontbinden van een rechtspersoon (zoals een NV, BV, vereniging of stichting), waarbij – als de rechtspersoon op het tijdstip van ontbinding geen baten heeft – het tijdstip van de ontbinding samenvalt met de beëindiging van de rechtspersoon. Doordat geen baten aanwezig zijn, hoeft het bestuur het vermogen niet vereffenen en kan met een formulier 17a de rechtspersoon worden uitgeschreven uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het maakt hierbij geen (direct) verschil wanneer de vennootschap wel of geen schulden heeft.

Voor meer informatie over de turboliquidatie lees dan ons eerdere artikel hierover.

Voor dit artikel wordt in het bijzonder gekeken naar het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel beoogt vooral de positie van schuldeisers te beschermen. Ook hoopt de Wetgever de transparantie te vergroten en misbruik tegen te gaan. Met betrekking tot de nieuwe maatregelen wordt daarom veelvuldig gesproken over een “gecontroleerde beëindiging van de rechtspersoon”. De Wetgever hoopt hiermee het vertrouwen in de turboliquidatie te vergroten.

Verantwoordingsplicht

Het bestuur zal vanaf inwerkingtreding van de Wet een aantal stukken openbaar moeten maken, als gebruik wordt gemaakt van de turboliquidatie. In deze stukken wordt financiële verantwoording afgelegd over de turboliquidatie van de rechtspersoon. Het gaat hier om de volgende stukken:

  • een slotbalans en staat van baten en lasten over het boekjaar win de rechtspersoon is ontbonden;
  • een balans en staat van baten en lasten over het voorafgaande boekjaar alsnog geen jaarrekening is gedeponeerd;
  • een schriftelijke toelichting van het bestuur waarin is opgenomen: i) de oorzaak van het ontbreken van baten, ii) het bestaan van eventuele schulden en – als daarvan sprake is – rekening en verantwoording met daarin opgenomen op welke wijze de baten van de rechtspersoon liquide zijn gemaakt en hoe deze opbrengsten zijn verdeeld; en
  • de nog niet gedeponeerde jaarrekeningen als er verplichtingen tot openbaarmaking bestaan die nog niet zijn nagekomen.

Het bestuur zal de stukken binnen 14 dagen nadat de aandeelhouders hebben besloten tot turboliquidatie deponeren bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Vervolgens stelt het bestuur (eventuele) schuldeisers hiervan op de hoogte. Voor het op de hoogte stellen van schuldeisers gelden geen bijzondere eisen, maar belangrijk is dat zij spoedig kennis kunnen nemen van de stukken.

De verantwoordingsplicht geldt ongeacht of de beëindigde rechtspersoon schulden achterlaat.

Inzagerecht

Als het bestuur de verantwoordingsplicht niet correct naleeft, krijgen schuldeisers een inzagerecht in de bewaarde administratie van de rechtspersoon. Hiervoor hebben de schuldeisers een machtiging van de kantonrechter nodig.

Niet alleen het niet deponeren van de genoemde stukken kan tot een inzagerecht leiden, maar ook het deponeren van verkeerde stukken (zoals oude jaarrekeningen of blanco documenten).

Voor het verkrijgen van inzage moeten schuldeisers hun belang hierbij bewijzen tegenover de kantonrechter. De schuldeisers zullen hierbij ook moeten aangeven met welk doel zij het inzagerecht gaan gebruiken. Als schuldeisers zich een beeld willen vormen van de financiële situatie van de rechtspersoon zodat zij een inschatting kunnen maken of zich onregelmatigheden hebben voorgedaan die nadelig waren voor schuldeisers, dan is hieraan voldaan. Als de kantonrechter van oordeel is dat zij hieraan niet voldoen, wordt de machtiging geweigerd.

Sancties

Zodra bestuurders zich niet houden aan de verantwoordingsplicht, kunnen zich zowel strafrechtelijk (“economisch delict”) als civielrechtelijk (“bestuursverbod”) worden gesanctioneerd.

Het bestuursverbod wordt op verzoek van het Openbaar Ministerie opgelegd door een rechtbank. Dit bestuursverbod kan echter pas worden opgelegd als:

  • niet aan de voorgestelde deponeringsverplichting hebben voldaan;
  • in aanloop naar de ontbinding doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld; of
  • in de twee voorafgaande jaren betrokken zijn geweest bij een turboliquidatie met achterlating van schulden of bij een faillissement en hen daarvan een persoonlijk verwijt treft.

Zodra het bestuursverbod wordt toegekend aan de ex-bestuurder, kan hij/zij voor maximaal 5 jaar geen bestuurs- of commissarisfunctie mogen uitoefenen. De Kamer van Koophandel zal hiervan melding maken in het Handelsregister. Tot op heden staat deze openbare lijst met toegekende bestuursverboden ter discussie vanwege privacyoverwegingen (zoals ook op 20 februari 2023 door de Autoriteit Persoonsgegevens is bepleit). Ondanks dat het bestuursverbod wel degelijk kan worden toegekend, is de lijst met gesanctioneerde personen nog niet openbaar.

Wanneer gaat deze nieuwe wet inwerkingtreden?

De datum van inwerkingtreding is nog niet bekend, maar naar verwachting is dit 1 juli 2023.

Daarnaast geldt dat voorgestelde wijzigingen vooralsnog van tijdelijke aard zijn, met een minimale duur van twee jaar. In de wet is echter een verlengingsmogelijkheid opgenomen.

Meer weten over Turboliquidatie?

Bent u voornemens om uw bedrijfsactiviteiten te beëindigen en wenst u meer informatie over de turboliquidatie? Voor meer informatie over hoe wij uw onderneming hierbij kunnen ondersteunen, kunt u contact opnemen met mr. Jesse Russel.

Over Newtone

Ons full service team van professionals helpt u graag als het gaat om nieuwe wetgeving, zekerheden en bedrijfsrisico’s. Of het nu gaat om bijvoorbeeld arbeids- of ondernemingsrecht. Wij willen onze klanten daarbij altijd een stap voor zijn. Om ze optimaal te kunnen ondersteunen met wat ze nodig hebben voor hun bedrijfsvoering.